vrijdag 25 april 2008

Een 2e klas reis


Soms reis ik liever 2e klas in de trein. Mijn mega luxe van een 1e klas OV Jaarkaart kent ook zijn keerzijde. 's Avonds terug om een uur of zeven begeef ik mij tussen vermoeide mannen in grijze pakken die zich verdiepen in een dossierstuk, het Financieel Dagblad of hun laptop. Trouwringen geven de vrouw thuis weer waar ze naar toe gaan. En dan ik, in vrolijke kleuren gekleed met een futuristische strip of de Donald Duck. Of mijn laptop natuurlijk ; ) Maar dat is een Mac. Er reizen overigens ook hele leuke mensen 1e klas en die grijze mannen geven ook een soort rust.

In de 2e klas kwam het verhaal van de zwevende priester tot mij. Plezier, kabaal, een aangeschoten jongen met zijn vouwfiets en een échte Rotterdamse. Kletsen. Zomaar over van alles. De gekkigheid der dingen. Vierkante wielen waar je vroeger nooit last van had en een prestige brug in Rotterdam die niet tegen wind kon.

De Rotterdamse schaterde het uit! Ze las de krant en las voor: 'Zwevende priester verdwenen, toen hij opsteeg aan duizenden ballonnen'. Het verhaal werd steeds bizarder. Toen bleek dat het een reis was bedoeld om geld op te halen voor vrachtwagenchauffeurs. Hij was vertrokken in een opblaasbare stoel, de wind hem de andere kant op had gewaaid en zijn mobiel het niet meer deed. Toch gek dat er geen vliegtuigje meevloog.

De priester. Op een dag zei hij 'Ik heb een goed idee!', en iedereen verklaarde hem voor gek, maar vond het uiteindelijk ook een goed idee 'Uniek in de geschiedenis!'. En nu is hij kwijt. Dacht hij, 'God roept mij' toen hij de andere kant op werd gestuurd? In de trein was iedereen het er toch over eens dat het de bedoeling van God was geweest 'Hij zal wel iets of zijn kerfstok hebben gehad'.

Of niet. En was het de bedoeling van God om wereldwijd te laten zien dat je waanzinnige ondernemingen kunt starten, zomaar voor je plezier én voor het goede doel? Het onbereikbare nastreven. En dat er dan altijd mensen zijn die je helpen je droom te realiseren. Ongeacht de goede afloop ..... Op hoop van zegen.

maandag 14 april 2008

Living the Dream


Amerika. Eerst Burning Man, daarna L.A. en Arizona. Waarbij ik Amerika zelf veel vreemder vond dan Burning Man. Want daar is iedereen vrij. Deze foto is gemaakt in Sedona. Een plaats waar, naar men zegt en voelt, de energie van alle chakra's van de aarde samenkomt. Met natuurlijk massa's toeristen die van zonsondergang naar zonsondergang reizen. Om ooit de zon weer te zien opkomen aan de andere kant van de wereld.

Gepubliceerd op Next Nature door Hendrik-Jan Grievink en straks ook in het nieuwe boek van André Meiresonne. Ik gebruik deze foto ook, net als vele van Burning Man, in mijn lezing over Great Place to Live. Je valt stil. De bizarre werkelijkheid overvalt. En meteen is duidelijk hoever mensen van de natuur zijn afgedwaald. En zich gedragen als consumenten van de aarde. Tot de aarde op is.

"Spel is werkelijkheid, de hoogste werkelijkheid van het ogenblik, en het ogenblik, is de hoogste werkelijkheid van de tijd" uit Amram de Clown van Siegfried E. van Praag.

Het vuil, de stad en het plein.


Lieve stad.

Ik denk dat jij heel mooi bent.
Ik zie het soms,
en soms heel vaak.

Waarnaar ik kijk
Is mij een raadsel.
Lelijkheid, storm en wind
Weidse vergezichten en ook mensen

En toch lijkt alles een mogelijkheid
Een deur naar een andere wereld.
Het groen geeft licht, het asfalt glittert,
En ik loop als enige over het grote plein.

Helemaal niet alleen
Want alles schijnt me toe

Noorderlicht

gepubliceerd in de Nieuw Rotterdam 2007

zaterdag 5 april 2008

Het kleine meisje liep door de wereld


Het kleine meisje liep door de wereld. Ze verwonderde zich. Overal zag ze een kleine wereld in. Onder het mos woonde een het elfje dat ‘s ochtens naar buiten kwam en zicht uitstrekte in de zon en genoot van de zachtheid van het mos, dat voor haar heel groot was. De boom was de meester tot wie zij zich kon wenden om raad, daarachter school de grote wereld en het grote gevaar. Gelukkig kon het elfje vliegen.

Op zee waren de grote zeegeesten die veel ruimte nodig hebben. Die je meenemen en je de weide horizon laten zien. Voor wie het niet uitmaakt of het nu stormt of windstil is. Ze brengen altijd vrede, maar soms zijn ze ongedurig. Je kan altijd met hen mee. Het kleine meisje rustte in de armen van haar vader, die met één hand het schip bestuurde. Ze keek naar de zeilen, voelde de kracht van het schip en de elementen en reisde met haar vader én met de geesten mee. Wans soms lette hij even niet op.

Het meisje werd iets groter. Een klein beetje maar. De elfjes waren er nog steeds. En ook de werelden van mensen. Die waren meer verborgen. Mensen zeiden iets maar bedoelde soms iets anders. Ze bewaakten het ogenblik en vergaten de diepte. De diepte van betekenis die het meisje wel voelde. Maar wat zie je dan? Vreemde beelden drongen zich aan haar op. De onbewaakte ogenblikken waarin de onuitgesproken gedachten zichtbaar worden.

Het meisje was ook bang. Voor de vuilniswagen bijvoorbeeld, omdat die alles vernietigt. En ze herinnert zich dat ze kruipend over straat ging, achter de auto’s langs, omdat haar moeder had gezegd dat ze nu groot genoeg was om alleen naar school te gaan, maar vergeten was dat het woensdag was. De vuilniswagen. Waarin mannen alles gooiden wat niet deugde. Wat mensen niet meer wilden hebben. Wat gooien mensen zoal weg?

Liefde? Hun eigen dromen, herinneringen die er niet toe doen of waar ze niets mee willen. Spullen die hun imago niet bevestigen. Speelgoed van de kinderen omdat die uit huis zijn. Nutteloos verpakkingsmateriaal, weggegooid eten, oude viltstiften, rommel. Héél veel rommel. Het meisje geloofde niet in rommel. Zij geloofde in de heelheid van de aarde. Energie is altijd energie die je ergens voor kan gebruiken.

Het meisje ging naar school. Scheikunde. Alles bestaat uit moleculen. En uiteindelijk, zijn dat allemaal dezelfde deeltjes. De verhouding ertussen bepaalt wat het is. ‘Oh’, dacht het meisje, ‘dus niets is iets! Het niets, bepaalt wat het is! Dus alles is hetzelfde’. Het meisje snelde in de tijd vooruit en kwam tot de conclusie dat je dan van vuilnis een biefstuk kan maken. Nu staat nano-technologie nog in de kinderschoenen, maar straks kan dat.

Niets is iets. Maar wat maakt dan wat het is dat het is? Het meisje ging op zoek. En langs bergen en dalen accepteerden de mensen het leven zoals het was. De elfjes zwegen. Mensen stelden vragen, maar dan vooral aan haar. Wat ze wilde worden, hoe dat zo was gekomen, dat zij was wie ze was. Mensen gaven antwoorden. Over technologie, de kunst, politiek en over hoe de maatschappij in elkaar steekt. Het bevredigde het meisje niet. De antwoorden verzwegen nog altijd de wereld erachter.

Ze besloot een tijdje zich aan te passen en te doen alsof dit het was dat het leven haar te bieden had. Maar zij raakte onmiddellijk verwikkeld in oplichtende zaken als sex, drugs & Rock and Roll. Ook heel tof. Het meisje leerde te genieten van de aarde! Of, hoe de mensen haar beleefde en hoe je er plezier kon beleven. De vaardigheden der aarde. Je hoofd boven water houden! En toch ....... riepen de elfjes haar weer toe .... blijf zoeken! Je vind het wel. En ze gaf niet op.

Het meisje studeerde. Het meisje ontmoette bijzondere mensen die in haar geloofden. Die zagen wie ze werkelijk was. Ze raakte gefascineerd door mensen en hoe zij hun leven inrichten. Leven mensen hun dromen na? En hoe kun je de dromen van mensen benutten voor innovatie en vernieuwing? Waar zijn die mensen en wat doen ze? Ze ontmoette er een heleboel. Want hij zie zoekt ...... Ook had iemand eens aangeraden 10 leerdoelen op te stellen, van 1 tot 10. Na een aantal jaar kwam zij erachter dat deze een leidraad hadden gevormd.

Intentie geeft betekenis. Het onbewaakte ogenblik kan werkelijkheid worden! De wereld erachter. Is de wereld van intentie. Die richting geeft aan je dromen, aan je gedachten, aan je handelen, aan hoe mensen op je reageren. Dat maakt het realiteit. Als je de juiste vragen stelt herken je op een gegeven moment het antwoord. Ergens. In een situatie. Een onbewaakt ogenblik dat voor jou bedoelt is. Je kan erop varen. En de grote geesten komen je tegemoet.

Iemand zei eens: Wees moedig en grote geesten snellen je tegemoet! En het is grappig, dat moedig zijn in deze wereld betekent jezelf te zijn. Dat je dán de wereld ziet die je altijd hebt gezocht. De wereld achter wat mensen zeggen, de wereld van betekenis en zingeving. Het vervullen van je eigen dromen. Het meisje besloot de wereld te veroveren.

Door te zoeken naar mensen die óók hun dromen verwezenlijken. Die hun hoofd boven het maaiveld uitsteken (want ongemerkt, ben je dan opeens een hoge boom die veel wind vangt, als authenticiteit je leidraad is) en daarmee het verschil maken. Voor werkelijke innovatie. Sociale innovatie. Waarin er een synergie is tussen het realiseren van je dromen, economie en maatschappelijk rendement. Ook had het meisje inmiddels geleerd dat je de juiste woorden moet gebruiken om de wereld te beschrijven die je altijd hebt gezien.

www.greatplacetolive.nl

Dit bericht is geschreven voor De Labiel en verschijnt nu in de serie DURF ontwikkeld door Corné Cox. Ik kreeg het stokje van Sanne Roemen en ik geef het bij deze door aan Lisette Togtema

vrijdag 4 april 2008

Op een zondagmorgen


Heel weinig geslapen. De nacht dat mijn vriendinnetje Barbara haar grote liefde ontmoette. Heel gezellig. 5 uur thuis. Toch nog douchen en haren wassen, anders werd het niks de volgende ochtend. Een foto shoot. Juist.

Naar Amsterdam, een tochtje over het IJ, een echte studio. En Manon van der Zwaal, die mensen écht kan fotograferen. Zoals ze werkelijk zijn. Een camera op 20 centimeter afstand. 'Eh ...... ', 'ik zet wel even een muziekje voor je op'. Het werd Billy Jean. And here I am, full page, full swing in de Goodies.

woensdag 2 april 2008

Het licht van de Oerknal


Foto Casper Baghuis

Het licht van de Oerknal is er nog steeds. Ik wist dat helemaal niet. Maar eerst was er materie. Het licht kon geen uitweg vinden en knalde toen alles uit elkaar. Het universum ontstond. Het licht was opeens overal. Nu dus ook nog.

Het is nog roder dan infrarood. En dat noemen ze 'koud licht'. Licht dat wij niet kunnen zien. Maar dat je wel kan vangen. Boven op de Schouwburg in Eindhoven staat een schotel. Die vangt dat licht. En daarmee stuurt die energie een schouwspel aan dat Ludo Baghuis heeft gemaakt. Prima Nova. In 's werelds kleinste theater waar je met zijn twee-en in kan. Het oudste licht stuurt dus het nieuwste licht (LED lampjes) aan. De Verbeelding van de Oerknal.

Ook weet ik opeens dat het licht van de zon dat je ziet 9 minuten oud is en het licht van de volle maan 2 seconden (met 300000 km/seconde van de zon naar de maan naar de aarde gegaan, dus 9 min en 2 sec oud! want je ziet de zon....). Tot hoever zou het licht kunnen gaan? En, zou ik daar eens kunnen zijn om te zien hoe het licht eraan komt?


* * Of, te luisteren naar alle geluidsgolven die de ruimte in zijn gestuurd? Wist je dat die ook geen einde kennen? En ruimteonderzoek, op zoek naar signalen van andere planeten steeds weer fragmenten ontvangen van ALLE radio en tv en satellietuitzendingen... dát is nog eens ruimte vervuiling. Ook wel het 5e element genoemd, naast water, lucht, vuur en aarde. De datawolk. * *

Met motorbakkers praat je niet!


We bezochten de Achterhoek. Het land waar ik ben geboren. Noor Bongers uit de Bongersstraat. Vernoemd naar mijn opa (én volgens mij ook mijn oma) omdat ze een fabriek hadden waar iedereen werkte. IJzer. Smeden. Als het heet is. Dat deden ze daar. Met verhalen waar je van onder de indruk raakt. Ook uit de oorlog. Waar mijn familie opeens een Duitser in huis kreeg, die beneden ging wonen. Hij wist het wel, dat via de achterdeur altijd eten naar buiten ging, voor alle onderduikers in de fabriek. Maar hij zei niets. Ze hebben hem later nog eens opgezocht. Toen hij gewoon weer in Duitsland woonde. Maar dat was heel vreemd geweest.

Nu waren wij er weer. Het was al een tijdje geleden. Sinds mijn vader niet meer leeft! En dat voelde niet goed. De begrafenis was groots geweest. Met 150 mensen die voortschreden in de sneeuw. Waar mensen nog stoppen voor een begrafenisstoet. Die éne dag sneeuw, vorig jaar februari. Het was prachtig. Iedereen in het zwart. We hebben een toast op mijn vader uitgebracht op de Ank. De watersportvereniging. In de Achterhoek .... de winterstalling van alle zeilers. Die in de zomer op pad zijn en in de winter samen biertjes drinken.

En stiekem, ken ik de vrienden van mijn vader al mijn hele leven. Samen op vakantie. En nu, waren mijn zusje en ik er voor het eerst écht zelf. Zonder vader. Marieke had iedereen opgetrommeld. Ze waren er allemaal. 'De meisjes Bongers komen!', en, 'Is er zo een groot feest? gaat er iets gebeuren?', 'Nee, dit is het. We zijn er, samen'. En dat was het. Een groot feest in het ongedwongen hier en nu. En iedereen liet me zijn boot zien.

Jammer toch dat ze allemaal een motorboot hadden gekocht. Al die oude vrienden aan de zeilerstafel. Want, 'met motorbakkers praat je niet, dat zijn geen zeilers!', zei mijn vader, zo ben ik opgevoed. En zo is het. Maar zeilers kopen soms opeens een motorboot als ze grijs worden.

. . En niets is eigenlijk een echt einde. Het weerzien was niet emotioneel, maar een stuk van je eigen leven dat je weer ontmoet. Op de Ank, waar we als kind al speelden terwijl papa met zijn vrienden biertjes dronk en zeilersverhalen vertelde ; )