donderdag 5 juli 2012

The Swimming Pool

Een mooie zondagmiddag. We hebben net gelunched. De eerste lente dag zo lijkt het. We hebben gedanst en gespeeld en ontspannen nu wat. Het huis is prachtig. Een park als tuin en een vijver, stallen voor de paarden een eindje verderop een tennisbaan. Toch niet groot, maar ruim. Ruim genoeg. Mét een zwembad. En een hond. Een kleine hond. Zo een die alléén maar wil rennen en voornamelijk wil dat jij daarbij betrokken bent en een natte bal in je handen stopt. Als je ligt aan het zwembad. The Swimming Pool.

A moment of Bliss. Waarin iedereen volledig autonoom is en doet wat het moment hem ingeeft. Niets van de ander verwacht. Vrijheid. Liefdevol plezier. Uitbundig lachen. Liedjes zingen en de hond in het zwembad lokken. Tot dat hij springt. En wij ook. Óf niet. Rusten uit. Wat hieraan vooraf ging was de wens van twee mensen om elkaar wat beter te leren kennen. Twee mensen die elkaar al láng en breed kennen, soms zelfs iets te goed. Mensen die vertrouwen en nieuwsgierig zijn. Naar elkaar. Naar de intimiteit van de ander. Mensen zoals jij en ik. Die spreken met andere mensen die hen raad geven en zeggen JA! Moet je doen, zo’n weekend.

Twee mensen, verstrengeld in de ultieme verbinding. Hun eigenheid schittert in nabijheid van elkaar. De één nog mooier dan de ander! De één nog dónkerder dan de ander. Soms . . ze zijn verslaafd aan elkaar. Dol op elkaar. Eten elkaar op. Gunnen elkaar vrijheid en lust! Lusten elkaar rauw . . . Soms. En vertrouwen op vrienden die zeggen JA! Moet je doen, zo’n weekend.


Ik verwachte sex. Ik verwachte drugs. Ik verwachte Rock ’n Roll en hitsigheid. Ik kwam bedrogen uit. Het was álles wat ik mij erbij voor kon stellen, maar dan met leuke mensen. Echte mensen. Liefdevol. Gevend en uitnodigend. Om jezelf te zijn. Iedere keer nét een stapje verder. Nét een stapje verder dichterbij jezelf. Dóór ademen. Dóór ademen, adem door, dwars door alle barrières heen. Tot je je zelf in levende lijve aanvaard. Ziet. En liefhebt.

Mijn zus vond het maar vreemd. “Nee, je maakt een grapje! Je geeft toch alleen een massage aan je geliefde?” Maar je hebt elkaar nodig om jezelf te vinden. Je hebt anderen soms nodig om de ruimte in te nemen die je past. Op ontdekkingsreis. Door bérgen emoties, verdriet, liefde, pijn, plezier. Sensitiviteit en opgewektheid. Lichtheid door volledigheid.

Licht in mijn hoofd! Werd ik ervan. En zo ook die twee mensen. Die twee mensen die elkaar wat beter wilde leren kennen. Die dachten aan orgasmen en bevrijding. Die mensen kwamen bedrogen uit. Het ging over de energie van het leven en jezelf. Levenslust. Dóór ademen, tot je de laatste druppel hebt gedronken. En dan blijkt er overvloed te zijn. Het lichaam geopend, het hart als een roos, de mensen als bloemen. Je geliefde zoals je hem nog nooit hebt gezien. Echt. Kwetsbaar. Rauw. Schoon. Twinkeling.


Je eigen lichaam blijkt groter dan je dacht. Vele malen dieper, met duistere spelonken van onmacht. Van onuitgesproken verlangens en kwetsuren. Met zoooooveel liefde als dat er op aarde niet is. (dénk je ; ) Geen gelijke zoals jij. Geen peillozere diepte dan jij.

Wars van preutsheid blijk je toch zo opgevoed. En voel je niet de diepste bron. Bang voor de diepte. Bang om gekwetst te worden. Bang om alles te laten zien. Omdat je weet dat alles één is, dus . . als je je schoonheid wilt etaleren je de voetveeg van de duisternis meeneemt. Die alleen maar zo duister is omdat je haar niet wilt zien. Niet verlicht met jouw eigen liefde. Lichtangst.

Die liefde is grootser is dan je had verwacht. Ze vraagt je je te openen tot de laatste moleculen omdat ze anders niet kan stromen, niet genoeg ruimte heeft. Ze wil alles. De liefde wil expanderen, dwars door je lichaam resoneren. Groter worden door te delen. Stralen en schitterend. En niets is fijner dan een fladderende liefde die zich vrij voelt. Gezien. Open en opgewekt. Blijmoedig. Licht in het hoofd én toch vanuit je diepste kern.

Adem door . . . adem door . . . en voel het tot in het aller-verwegste puntje van je lichaam. Je geest laadt zich op. Verruimt zich nog een beetje, en koestert zich in je lichaam. ‘Ahhh wat een genot’. Eenheid. Thuiskomen in jezelf.


En dan, nog een beetje knipperend met je ogen. Van het felle licht, de schoonheid van het naakt bestaan, lichtelijk onthutst, zie je daar . . . opeens . . . . de zinderende liefde van anderen. Én van jouw geliefde. Verbinding met jezelf blijkt een deur, een prachtige poort naar het werkelijk ontmoeten van de ander. Levend vanuit je eigen bron, de onuitputtelijke bron van liefde.

En zij zagen elkaar, je weet wel, die twee zoals jij en ik. En zij ontdekten dat echte vrijheid pas ontstaat als je in verbinding bent. We leven het leven als in The Swimming Pool. Een mooie zondagmiddag. We hebben net gelunched. De eerste lente dag zo lijkt het. We hebben gedanst en gespeeld en ontspannen nu wat.

Bang ben ik niet. Om de wereld weer in te gaan. Want ík weet, dat The Swimming Pool een haalbaar doel is. Altijd bereikbaar.





Uitgesproken op de Dag van de Retoriek * 2012